Michael Bijnens ontwikkelde zich tijdens zijn studie aan de Brusselse theaterschool RITS tot een opvallend theatertalent. Zijn werk kenmerkt zich door een unieke combinatie van onderzoeksjournalistiek en literaire kracht. Als “zelfverklaarde detective” werpt hij zich op complexe maatschappelijke thema’s en vertaalt intensief veldwerk naar indringende theaterteksten.
Bijnens trekt de taal in al haar registers open en weet die te doen ontrafelen. De woorden verwijzen direct naar de ruwe realiteit – hij is geen ‘mooiewoordenschrijver’, hij wil geen belletrie plegen. Net daardoor brengt hij een eigen concrete, rauwe talige kracht in zijn werk. Hij vermengt onderzoek, autobiografie, thriller, monologen en dialogen op een eigengereide manier.
Veldwerk en vuurdoop (2011-2013)
Nog tijdens zijn opleiding schrijft Bijnens een drieluik dat de basis legt voor zijn latere methode van immersief onderzoek: O Falso Profeto (2011), Iris (2012) en Bloedspoor (2013). Elk stuk ontstaat uit directe confrontatie met de werkelijkheid.
In O Falso Profeto predikt een profeet in de favela’s van Rio de Janeiro – die valse evangelisatie zal later in La Linea een grote rol spelen. Het stuk ontstond uit Bijnens’ ervaringen tijdens zijn verblijf in Rio, waar hij als tolk werkte in de favela’s van de stad. Iris verkent het bordeelmilieu met al zijn harde criminele en zachte familiale kantjes, een thematiek die later in zijn roman Cinderella zou terugkeren. Bloedspoor legt familierelaties bloot en linkt die met onopgeloste zaken uit het Belgisch collectief geheugen, vooral het dossier over de Bende van Nijvel. De hamvraag: wie zijn nu de echte criminelen?
Voor dit drieluik ontving Bijnens de SABAM Jongtheaterschrijfprijs (€ 7.500) op het festival Theater aan Zee – een eerste erkenning van zijn “groot schrijverschap” op amper 23-jarige leeftijd.
Grenzen oversteken
Na zijn eerste jaar van de master theaterregie- en schrijfopleiding aan het RITCS in Brussel waagt Bijnens zich aan zijn meest risicovolle onderneming. Hij reist maandenlang naar Mexico en dompelt zich onder in de door drugsgeweld geteisterde regio’s aan de grens met de VS. Wat hij in La Linea (2013) neerzet, wordt de basis voor zijn afstudeervoorstelling én het prototype van zijn latere werkwijze: de schrijver als infiltrant, de theatermaker als getuige.
Het stuk markeert een evolutie van lokaal naar internationaal, van persoonlijk naar geopolitiek. Die spreiding zet zich door wanneer La Linea wordt vertaald en opgevoerd op een festival in Heidelberg – Bijnens’ eerste Duitse vertaling.
De kunst van het onzichtbare
Deze internationale dimensie krijgt volle gestalte in De Onzichtbare Man (2014) bij Orkater in Amsterdam. Voor het eerst werkt Bijnens met bestaand materiaal: het waargebeurde verhaal van beeldend kunstenaar Michiel Voet en zijn ontmoeting met de illegale Algerijnse vluchteling Karim Ramtani. Zijn scherpzinnige tekst geeft een verrassend perspectief op parallelle werelden – die van illegalen die onzichtbaar leven tussen ons.
“De grens tussen illegaliteit en onze dagelijkse werkelijkheid is slechts een millimeter dun,” schrijft Bijnens. Die millimeter wordt in zijn tekst een universum. De voorstelling toert vier jaar lang door binnen- en buitenland en toont zijn vermogen om universele thema’s te destilleren uit individuele verhalen.
Confrontaties in het paradijs
In Valley of Saints (2015), gecreëerd samen met Aurelie di Marino, verscherpt Bijnens zijn dialoogschrift. Op het terras van een luxevilla in de Vallei der Heiligen – UNESCO-erfgoed in Noord-Libanon – vechten een gevluchte jihadiste (Zij) en een projectontwikkelaar (Ray) hun verbale bokswedstrijd uit. Tussen hen beweegt Frank, de zwijgende bediende, een vluchteling die alles verloor in Syrië.
De tekst ontstond uit Bijnens’ ontmoeting met een megalomane vastgoedmagnaat in diezelfde vallei. Zijn muzikale tussenkomsten geven strak ritme aan dialogen over botsende wereldbeelden. Het publiek wordt gedwongen tot actieve, genuanceerde reflectie – een kenmerk dat zijn werk blijft karakteriseren.
Het labyrint van het onderzoek
Aperçu de l’inconnu (2015) – letterlijk ‘overzicht van het onbekende’ – markeert Bijnens’ terugkeer naar België en zijn definitieve keuze voor onderzoeksjournalistiek als theatrale methode. Hij werpt zich op het onderzoek naar de Bende van Nijvel, niet op de zaak zelf. Maniakaal neemt hij dossiers door, interviewt betrokkenen. Het onderzoek kent een Borgesiaanse dimensie: het overzicht van het onbekende wordt zelf een labyrint.
In twintig scènes komen negen personages aan het woord – rechercheur, dochter, wachtmeester, onderzoeksrechter. Zij leggen pregnant verklaringen af over hun rol in het onderzoek, confronteren zichzelf met dilemma’s, leggen twijfels en onmacht bloot. Het stuk overstijgt het specifieke en wordt universeel: over herkenbare, kwetsbare mensen die naar waarheid zoeken en soms ten onder gaan aan die zoektocht.
Naar een internationale stem
HUID (2020), geschreven voor Internationaal Theater Amsterdam binnen een schrijfproject met Jibbe Willems, toont Bijnens’ groeiende psychologische verfijning. Via Max en Céline, en hun confrontatie met Max’ obsessie voor Ellen, verkent hij thema’s als liefde, verslaving en zelfbedrog. De tekst combineert zijn bekende maatschappelijke analyse met nieuwe psychologische diepte.
Het stuk wordt vertaald in het Duits en Frans – een bevestiging van zijn internationale positie. De Vreemdeling (2021) zet het Onzichtbare Man-project voort bij Orkater. De reconstructie van een roadtrip door de Sahara tussen Michiel Voet en Karim Ramtani behandelt vriendschap en tegenstrijdige morele waarden, maar ook de verloren onschuld van het Europese migratiebeleid dat in de Sahel zijn grenzen overschrijdt.
Monumentaal werk
In RED (2022) schrijft Bijnens de tekst voor het sluitstuk van Luk Percevals trilogie The Sorrows of Belgium bij NTGent. Na Black (Congo) en Yellow (WOII) reconstrueert RED de terroristische aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem: 35 doden, 340 gewonden.
De voorstelling onderzoekt niet alleen de gebeurtenissen zelf, maar stelt bredere vragen over radicalisering en trauma. Als multidisciplinaire samenwerking waarin acteurs tekstbijdragen leverden, toont het project Bijnens’ vermogen om complexe historische vraagstukken te vertalen naar theatrale vorm.
De outsider als profeet
Outsider (2023), geschreven voor het Antwerpse theatergezelschap Laika, brengt Bijnens terug bij de monoloog. Acteur Frank Dierens kruipt in de huid van Ted Kaczynski, de Unabomber – een van de beruchtste terroristen ooit. Kaczynski houdt een vurige verdedigingsrede ter voorbereiding op een rechtszaak.
“Hoe kan iemand zo ver heen zijn?” vragen wij. Voor Ted is het allemaal logisch. Bijnens verkent hoe een briljante wiskundeprofessor, teruggetrokken in een primitieve hut om te ontsnappen aan “de toxische tirannie van de technologie”, verandert in een terrorist die zeventien bomaanslagen pleegt.
In een knappe dramaturgie wordt het publiek aangesproken als jury, gedwongen tot reflectie over technologie, isolement en geweld. Het stuk wordt vertaald in het Duits en opgevoerd in Wiesbaden – opnieuw bevestiging van Bijnens’ internationale aanwezigheid.
Methode en visie
Waar het brandt, daar is hij. Geen avonturier uit roeping, maar uit noodzaak: wat hem raakt, laat hem niet los – dus trekt hij eropuit. Voor zijn research reisde hij naar de favela’s van Rio, de gewelddadige grensregio’s van Mexico, Libanon en andere conflictgebieden.
Hij bijt zich vast in de problematiek ter plaatse, graaft naar oorzaken. Als een buldog laat hij zijn onderzoek niet meer los. Wat hij in de werkelijkheid beleeft, wil hij meedelen – niet als journalist, maar als verteller die mensen benadert als intellectuele én emotionele wezens.
Uit dat vergaarde materiaal distilleert hij theaterteksten die fictie vermengen met feiten, gedachten met emoties, onderzoek met doorleefde ervaring.
Erkenning
Bijnens ontving het Charlotte Köhlerstipendium voor zijn theaterteksten en de Theater aan Zee prijs voor toneelschrijvers. Hij wordt erkend als de onderzoeksjournalist die theatrale uitdrukkingsvormen zoekt en onderzoek, autobiografie, thriller, monologen en dialogen op eigengereide wijze vermengt.
Zijn theaterwerk toont de thema’s die ook zijn romans kenmerken: complexe familierelaties, de zoektocht naar waarheid in chaotische omstandigheden, de vraag naar de herkomst van het kwaad. Duitse vertalingen en opvoeringen van La Linea en Outsider bevestigen zijn internationale aanwezigheid als toneelauteur met een herkenbare, geëngageerde stem.
Michael Bijnens’ theaterteksten zijn opgenomen in de bundel “De wereld bij mij” (EPO, 2015), naast werk van Jorieke Abbing, Rebekka de Wit en Nele Vereecken.